Dordrecht lied (2014)

DORDRECHT. Het is zover! De basisscholen van Dordrecht hebben hun eigen lied!

Wereldpremière. Zaterdag 28 juni 2014 om 13.00u vond de Wereldpremière van het Dordrecht lied plaats in de tuin van het Dordrechts Museum m.m.v. kinderen van Dordtse scholen samen met het Drechtsteden Jeugdorkest. Zing ook mee met je school! Het Dordrecht lied en het Tuinconcert kwamen tot stand door medewerking van: ToBe Cultuur Centrum, 123ZING – http://www.123zing.nl/ Dordrecht Viert – http://www.dordrechtviert.nl/ Dordrechts Museum – http://www.dordrechtsmuseum.nl/ Vereniging Dordrechts Museum – http://www.verenigingdordrechtsmuseum… DaVinci College – http://www.davinci.nl/

Video: 123Zing

Video: Ton van der Kolk

Video: Tim Oskam

Lieke Kézér wint de ANV Debutantenprijs 2017

Foto door: De arbeiderspers

DORDRECHT. Lieke Kézér heeft de ANV Debutantenprijs 2017 gewonnen met haar roman De afwezigen. Kézér ontving zondagavond in het Dordrechts Museum de aan de prijs verbonden cheque van 7.500 euro. De twee andere genomineerden waren Judith Eykelenboom met haar boek Biefstuk en Lize Spit met Het smelt.

De drie boeken werden door een vakjury gekozen uit het totale Nederlandstalige aanbod fictiedebuten van 2016, waarna honderden lezers uit Nederland en Vlaanderen met een gemotiveerd oordeel de winnaar mochten kiezen.

In De afwezigen verhaalt Kézér onder meer over een psychotische moeder, een stripclubdanseres, een behulpzame buurman en andere personages die vertellen hoe wonderkind Joshua James is uitgegroeid tot een muzikaal fenomeen.

Eerdere winnaars van de ANV Debutantenprijs waren onder anderen Anna Enquist, Jessica Durlacher en Peter Buwalda.

 

Houd de herder bij de Schapenkoppen in de stad

DORDRECHT. Op zaterdag 20 mei liep een kudde schapen met hun herder van de Voorstraat 125 naar het Dordrechts Museum. Het is de start van een publieksactie voor de campagne “Houd de herder bij de Schapenkoppen” waarmee de ANBI Stichting Thuis in Dordt sinds februari geld inzamelt ter behoud van de zeven monumentale kamerschilderingen Il Pastor Fido (de trouwe herder) van Aert Schouman.

Vanaf 20 mei kan je “HERDER” sms-en naar 4333 waarmee je € 3,- doneert voor het behoud van de zeldzame doeken die oorspronkelijk zijn gemaakt voor de Voorstraat 125.

De speciaal opgerichte stichting “Thuis in Dordt” heeft het doel de zeven wandschilderingen halverwege september aan het jarige Dordtse Museum te schenken namens alle Drechtstadbewoners.

Er is ruim drie ton nodig voor de aankoop. De teller staat inmiddels op ruim €160.000,00, mede dankzij een bijdrage van het Mondriaanfonds. Volgens de adviescommissie van dit belangrijke fonds kan deze behangselkamer door de bijzondere kleurstelling tot het mooiste van Schouman en het beste van de decoratieve Hollandse schilderkunst uit de 18e eeuw worden gerekend.

Dordrecht – Cuyp

DORDRECHT. (zowel de voor- als de achternaam kent enkele varianten) werd geboren te Dordrecht op 20 oktober 1620 en daar hervormd gedoopt. Hij werd ‘bij nacht’ (dat is: deftig) begraven op 15 november 1691 in de Augustijnenkerk te Dordrecht in graf nummer 17. Hij was het enige kind uit het op 13 november 1618 te Dordrecht gesloten huwelijk tussen Jacob Gerritsz Cuyp (1594-1652), kunstschilder en Aertken Cornelisdr van Cooten (circa 1595-1654), afkomstig uit Utrecht. Na zijn huwelijk ging Jacob over tot de Waalse kerk en was daar diaken en ouderling. Op 14 juli 1658, trad Aelbert in de Augustijnenkerk te Dordrecht in het huwelijk met de vermogende weduwe Cornelia Bosman (1617-1689). Uit dit huwelijk werd op 4 december 1659 hun enige kind, dochter Arendina geboren. Zij werd gedoopt op 10 december 1659 en is begraven op 2 juli 1712. Cornelia bracht drie kinderen mee uit haar eerste huwelijk met de Dordtse regent en schepen Johan Jacobsz van de Corput (1609-1650).

Aelbert Cuyp was kunstschilder, tekenaar en graveur en een van de belangrijkste schilders van riviergezichten en landschappen uit de Gouden Eeuw. Zijn schilderijen laten meestal een vredige, zondoorschenen wereld zien. Het ‘Hollands licht’ zoals Cuyp dat vastlegde, bracht nog tot in het eerste kwart van de twintigste eeuw kunstschilders uit vele landen naar Dordrecht. Zijn tekeningen tonen hem als een uitmuntend tekenaar. De naam Cuyp is onverbrekelijk met de stad Dordrecht verbonden. Hij woonde en werkte er zijn hele leven.

Aelbert Cuyp stamt uit een geslacht dat een aantal belangrijke kunstschilders heeft voortgebracht. Over zijn leven is weinig bekend, zoals blijkt uit de biografie van Arnold Houbraken (1660-1719) in zijn De groote schouwburg der Nederlantse konstschilders en schilderessen. Houbraken en Cuyp moeten elkaar hebben gekend. Ook Van Eynden en Van de Willigen melden in hun Geschiedenis der vaderlandschen schilderkunst dat zij ‘niet geslaagd zijn in het opsporen van naauwkeurige berigten van Cuijp’s levensbijzonderheden’.

Video: REDRUMbureau

Zijn geboortehuis stond waarschijnlijk nabij de Blauwpoort. Het gezin van Jacob Gerritz Cuyp verhuisde na de geboorte van Aelbert al snel naar een huis aan de Nieuwbrug genaamd ’t Lant van Belofte, later Samsom geheten. Dit huis is afgebeeld door Johannes Rutten (1834). Cuyps loopbaan werd voornamelijk bepaald door de belangrijke plaats die zijn familie geruime tijd in het kunstleven in Dordrecht innam. Zijn grootvader, Gerrit Gerritz Cuyp (circa1565-1644) glazenmaker, glasschilder, grof-en fijnschilder, afkomstig uit Venlo, was sinds 19 januari 1585 lid van het Dordtse Sint-Lucasgilde en vestigde zich dus al zeer jong in Dordrecht. Zijn zoon, Jacob Gerritsz Cuyp (1594-1652), de vader van Aelbert, was vooral portretschilder. Jacobs leermeester was Abraham Bloemaert (1566 -1651). Jacob Gerritz Cuyp trad op 18 juli 1617 toe tot het Sint Lucasgilde in Dordrecht. Hij leidde vele leerlingen op van wie zijn zoon Aelbert Cuyp en Ferdinand Bol (1616-1680) de bekendste waren. Tenslotte was er nog Aelberts oom Benjamin Cuyp (1612-1652), zoon uit het tweede huwelijk van Gerrit Gerritz, die zich toelegde op het schilderen van herbergtaferelen, religieuze voorstellingen en landschappen.

Het schildersvak heeft Aelbert Cuyp geleerd op het atelier van zijn vader. Vader en zoon werkten na de leertijd van Aelbert nauw samen. Soms werkten ze samen aan eenzelfde schilderij. Het landschap werd door Aelbert geschilderd, de figuren door Jacob. In 1637 werden de voorwaarden voor de samenwerking tussen vader en zoon notarieel vastgelegd. Jacob voedde zijn enige zoon rechtzinnig op: in het ‘ware geloof’. Houbraken noemt Aelbert dan ook een vrome calvinist en van ‘onbesproken gedrag’. Kerkelijk gezien voelde de familie Cuyp zich sterk verbonden met de contraremonstranten.

Cuyps vroege werk laat de invloed zien van Jan van Goyen (1596-1656). In de jaren veertig van de zeventiende eeuw ontwikkelde hij een eigen stijl, mede onder de invloed van ‘italianisant’ Jan Both (circa1615-1652) uit Utrecht. Both bracht ‘het licht mee uit Italië’, na zijn reis naar Rome (1641). Onzeker is of Cuyp bij hem in de leer geweest, maar Both heeft hem in elk geval beïnvloed. Cuyp ontving vele opdrachten van vooraanstaande families, meestal voor portretten, hoewel dit niet zijn sterkste kant was. De portretten werden soms verwerkt in jachttaferelen. Aelbert schilderde regelmatig personen uit aristocratische families die paardrijden of jagen. Bekend in dit kader zijn de portretten van Michiel Pompe van Slingelandt en Michiel en Cornelis Pompe van Meerdervoort. De wereld van Cuyp is opvallend ‘heel’: ruïnes, vervallen schuren, bouwvallige boerderijen en dergelijke zijn in zijn werk vrijwel geheel afwezig. Hij had een buitengewoon talent om atmosferische elementen vast te leggen zoals zonlicht, wolken, avondrood, onweer en storm. Zijn werk vond gretig aftrek onder de Dordtse patriciërs, maar ook belastinggaarder en kunstverzamelaar Aert Teggers (1637-1689), bouwde een grote collectie op van werk van grootvader, vader en zoon.

In het voetspoor van Jan van Goyen ondernam Cuyp in 1642 een studiereis en bezocht onder meer Den Haag, Leiden, Rhenen, Utrecht en Arnhem. In 1651 en 1652 ondernam hij een tweede reis maar nu meer naar het oosten, waarbij hij Nijmegen, Elten, Emmerik, Kalkar en Kleef bezocht. De reizen inspireerden hem en ze leverden een groot aantal tekeningen en schilderijen op.

Na zijn huwelijk in 1658 is Aelbert aanvankelijk bij zijn vrouw ingetrokken die met haar kinderen een huis in de Hofstraat bewoonde om in 1663 met zijn gezin een woning te betrekken aan de Wijnstraat tegenover de Wijnkoperskapel (later Engelse kerk), gelegen tussen Nieuwbrug en Wijnbrug, aan de westzijde van de Wijnstraat. In datzelfde jaar kocht Cuyp nog een huis aan de Wijnstraat tegenover de Schrijversstraat waarvan het gebruik nooit duidelijk is geworden. Wellicht diende het als atelier. Zijn echtgenote Cornelia Bosman was zeer godsdienstig en stamde uit een contraremonstrantse patriciaatsfamilie. Zij was de kleindochter van Franciscus Gomarus (1563-1641), hoogleraar theologie te Leiden en leider van de contraremonstranten tijdens de Synode van Dordrecht (1618-1619). Cornelia was geen grote liefhebster van de schilderkunst. Door zijn huwelijk met een vermogende echtgenote was de noodzaak tot schilderen als broodwinning voor Cuyp komen te vervallen.

Nadat hij zijn schilderscarrière na zijn huwelijk vrijwel had opgegeven werd hij actief in de kerk en in de rechtspraak. Hij was diaken in 1660 en 1661, ouderling van 1672 tot 1674 en zeer waarschijnlijk ook van 1649 tot 1651. Vanaf 1673 was hij regent van het Heilig Geest- en Pesthuis ter Grote Kerk.  Ook vervulde Cuyp een functie in de rechtspleging als lid van de Hoge Vierschaar van Zuid-Holland (1679-1682). In dit rechtscollege hadden ook niet-juristen zitting.

Aelbert Cuyp bleef in de zeventiende eeuw buiten Dordrecht vrijwel onbekend. Na zijn overlijden was hij binnen enkele decennia vergeten, maar aan het einde van de achttiende eeuw werd hij met name in Engeland herontdekt. Begin negentiende eeuw groeide de belangstelling voor zijn werk enorm. Niet in de laatste plaats doordat de Engelse koning George IV (1762-1830) zijn werk verzamelde. Veel van zijn schilderijen bevinden zich thans in Engeland. Aelbert Cuyp is beter vertegenwoordigd in Britse musea en Britse particuliere verzamelingen dan in Nederlandse. Rond het begin van de negentiende eeuw was er vrijwel geen doek van zijn hand meer in Nederland te vinden. Tussen 1800 en 1850 werd op de kunstmarkt voor een Cuyp meer betaald dan voor een Rembrandt.

Een aantal eerder aan Cuyp toegeschreven werken bleek bij nader onderzoek van de hand van Abraham Calraet (1642-1722). Deze signeerde veelal met ‘AC’, dezelfde initialen als die van Cuyp. Behalve problemen ontstaan door de gebruikte signatuur is er nog het probleem van het gebrek aan datering. Men heeft geen bevredigende chronologie van Cuyps werk kunnen vaststellen.

Vernoemingen e.d.
Singel (Albert Cuyp) te Dordrecht (en vele andere steden).
De Albert Cuypmarkt aan de Albert Cuypstraat in Amsterdam is wellicht de bekendste markt van Nederland.
‘Bollenstandbeeld’ door Maria Roosen (1957) ter ere van Aelbert Cuyp. Oorspronkelijk geplaatst op de hoek van het Bagijnhof en de Johan de Wittstraat in 2013 verplaatst naar de Vriesestraat te Dordrecht.

Bronnen en literatuur
NNBW, deel 7, p. 346.
Van der Aa, BWN p. 945.
A. Houbraken, De groote schouwburg der Nederlantse konstschilders en schilderessen, 3 delen, deel 1, p. 249 (’s-Gravenhage 1718-1721).
Van Eynden en Van de Willigen, Geschiedenis der vaderlandschen schilderkunst, deel 1, p. 382-389 (Haarlem 1816-1842).
S. Reiss, Aelbert Cuyp (Boston/New York 1975).
W. Veerman, J.M. de Groot, J.G. van Gelder, Aelbert Cuyp en zijn familie, schilders te Dordrecht (Dordrechts Museum 1977).
P. Marijnissen e.a., De zichtbare werelt, schilderkunst uit de Gouden Eeuw in Hollands oudste stad (Zwolle/Dordrechts Museum 1992).
Arthur J. Wheelock e.a., Aelbert Cuyp (Washington 2001).
S. Paalberg (red.), Jacob Gerritz Cuyp 1594-1652 (Dordrechts Museum 2002).

Roel Leentvaar 

 

Op de electrische toer met Dordrecht Tours

DORDRECHT. Dordrecht krijgt in de zomermaanden een boemeltreintje. De nieuwe trein die vanaf 2 juni gaat rijden, is een klein, elektrisch, wit treintje dat in het weekeinde door de binnenstad of de Biesbosch rijdt.

Het toeristentreintje, met plek voor 36 tot 40 personen, start vanaf de Stadswerven en rijdt volgens de huidige plannen onder meer via de Noordendijk langs de Grote Kerk, Huis van Gijn, Dordrechts museum, en Stadhuis. Het treintje is rolstoeltoegankelijk.

Op zaterdag en zondag rijdt het treintje als Hop On Hop Off trein. Wat precies de opstapplaatsen zijn, wordt nog bekend gemaakt. Voor een kaartje betaal je een tientje en kinderen tot en met 12 jaar mogen mee voor €7,-. Dan kun je de hele dag in- en uitstappen. Voor een enkele stadstour betaal je €7,50 euro en kinderen €5,-.

Kaartje van de voorlopige route

Foto: Dordrecht Tours

Je kunt de trein combineren met de Waterbus voor €13,- en met een boottocht van Prij Imbarcazione Barone. Hiervoor betaal je €20,- en kinderen €15,-.

Koningin Máxima opent tentoonstelling in Dordrechts Museum

DORDRECHT. Hare Majesteit Koningin Máxima heeft op zaterdag 18 februari de tentoonstelling Een Koninklijk Paradijs, Aert Schouman en de verbeelding van de natuur in Dordrecht geopend. Het koninklijk behang is het hoogtepunt van de grote overzichtstentoonstelling over Schouman in het Dordrechts Museum.

De tentoonstelling biedt een overzicht van het werk van Aert Schouman (Dordrecht 1710-1792). Als dierenschilder staat hij bekend om zijn aquarellen van vogels, zoogdieren, planten en om zijn behangsels met vogels. Vijf grote behangsels die in opdracht van Prins Willem V zijn gemaakt en onlangs zijn gerenoveerd maken onderdeel uit van de expositie. Deze behangsels hingen in een compleet beschilderde kamer in het Stadhouderlijk Kwartier in Den Haag en werden later in Paleis Huis ten Bosch geplaatst, waar zij na de renovatie van het paleis ook weer zullen terugkeren.

Directeur van het Dordrechts Museum Peter Schoon was zeer verheugd met de komst van de koningin. “Bijzonder eervol! Een geweldig begin van ons jubileumjaar. De komst geeft een feestelijke impuls aan de tentoonstelling.” Koningin Maxima is vaker aanwezig bij tentoonstellingen die aan het koningshuis gerelateerd zijn. Vorig jaar opende zij bijvoorbeeld de expositie over haar voorgangster Anna Paulowna op Paleis het Loo. Vorig weekend was koning Willem Alexander aanwezig in het Gemeentemuseum Den Haag voor een grote tentoonstelling over De Stijl.

Het Dordrechts Museum bestaat dit jaar 175 jaar en is een van de oudste stedelijke musea van Nederland. De tentoonstelling kan worden bezichtigd van 19 februari tot en met 17 september 2017.

Video: The New Royalty World TV

Foto uit het bericht Koninklijk Huis.

 

Arno Brok nieuwe Commissaris van de Koning

DORDRECHT. Burgemeester Arno Brok rondt zijn verblijf in de stad goed af, maar wil met hart en ziel vanaf zijn benoeming op 1 maart 2017 tot commissaris van de Koning van de provincie Friesland al in Friesland wonen. In Friesland wordt er rekening mee gehouden dat hij zich in de hoofdstad Leeuwarden zal vestigen.

De komende nieuwjaarstoespraak, die Brok op dinsdag 10 januari zowel in de middag in de gemeenteraad als in de avond voor de burgerij in het Stadhuis zal uitspreken, krijgt ook een beetje het karakter van een testament.  Een goed nieuwjaar heeft ook de betekenis van een goede verhuizing.

In Friesland wordt verwacht dat Arno Brok door zijn goede contacten in het land niet alleen Friesland meer op de kaart zal zetten, maar Holland ook attenter maakt op de provincie.

Eind februari zal Brok dus afscheid nemen van Dordrecht in zijn rol als burgemeester. Hij heeft de stad dus iets meer dan zeven jaar gediend als opvolger van Ronald Bandell. De gemeenteraad beraadt zich al over de procedure voor het zoeken van een opvolger. In 2009 was wethouder Cok Sas (PvdA) tot de komst van Brok waarnemend burgemeester. Tegenwoordig is het meer gebruikelijk dat een buitenstander tijdelijk wordt ingevlogen, alhoewel Piet Sleeking als politiek leider van het college van burgemeester en wethouders de eerste locoburgemeester is.

Het was veelbetekend dat burgemeester Arno Brok zijn verhuizing, die voor 1 maart zal zijn, toelichtte in het Dordrechts Museum. Hij voelt zich op deze plek thuis en komt er haast wekelijks.

De mededeling uit Den Haag luidt:

De heer drs. A.A.M. Brok wordt commissaris van de Koning in de provincie Fryslân. De ministerraad heeft op voorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten hem voor te dragen voor benoeming. De benoeming gaat in op 1 maart 2017.

De heer Brok (Arno) is 48 jaar en lid van de VVD. Hij is op dit moment burgemeester van Dordrecht. Daarvoor was hij onder andere burgemeester van Sneek en wethouder van Leeuwarden.

De heer Brok volgt de heer J.A. Jorritsma (VVD) op die per 13 september 2016 is benoemd tot burgemeester van Eindhoven.

Op dit moment is mevrouw ir. J.M. Leemhuis-Stout (VVD) waarnemend commissaris van de Koning in de provincie Fryslân.

GPV: Armo Brok voorgedragen als Commissaris van de Koning provincie Friesland.

Oud burgemeester van Sneek, Arno Brok, wordt de nieuwe Commissaris van de Koning van Fryslân. Hij volgt daarmee John Jorritsma op die zo’n acht jaar hoofd van de provincie was. Jorritsma vertrok naar Eindhoven om daar burgemeester te worden en Fryslân kreeg een waarnemend Commissaris in de persoon van Joan Leemhuis. De aanstelling van Brok is met veel gejuich ontvangen.

Design a site like this with WordPress.com
Get started